zondag 30 maart 2014

het stoplicht

Het was dinsdagochtend, veel te vroeg en ik zat met de slaap in mijn ogen en de tandpasta in mijn mondhoeken, met een chagrijnige kop op de fiets. ''Het is verdomme lente, gedraag je er dan ook naar, stom weer.'' Mompelde in zachtjes toen ik de straat uit reed. Mijn vingers waren nu al vuurrood van de kou en boos probeerde ik ze hand voor hand warm te blazen. Zonder succes.

Zoals gewoonlijk haalde mijn overvolle kledingkast het positieve in mij naar boven en dus ook deze ochtend koos ik het setje uit wat net een tikje te koud is voor de dag. Blauwbekkend en mijn neus ophalend fietste ik verder, met de snelheid van Joop Zoetemelk. Dat heb ik mezelf aangeleerd om 1) mezelf warm te fietsen, en 2) het feit dat ik altijd te laat ben, dus altijd hard moet fietsen. En zo sjeesde ik iedereen nonchalant voorbij, tot ik bij een stoplicht kwam. Ik stond stil en staarde naar de voorbijrijdende auto's, alsof ik het nog nooit eerder had gezien.

Plots werd mijn innerlijke rust van het kijken naar de auto's bruut verstoord door een snedige stem die fel naar mij riep: ''Nou, ga je nog op dat knopje drukken? Sommige van ons hebben haast!'' Verdwaasd en verbaasd draaide ik mijn hoofd om, om te kijken wie mij deze gemene opmerking aangeboden had. Achter mij stond een wat oudere dame, ik schat achter in de vijftig, op een elektrische fiets. Ze had kort, krullend, oranje geverfd haar met vreselijke uitgroei. Met een dikke laag foundation probeerde ze haar rimpels te ontkennen en ze had een rode lippenstift iets te ver doorgetrokken.

Honderd duizend mogelijke reacties schoten door mijn hoofd, maar geen van allen was passend. En ondanks het feit dat ik deze mevrouw het liefst met elektrische fiets en al in de singel wilde duwen, besloot ik mijn 'what-the-fuuuck?!'-gezicht om te zetten in een vreselijk lieve glimlach en ik sprak de woorden: ''Mijn excuses mevrouw, ik was er even met mijn hoofd niet bij.'' De gemene mevrouw, die ik in mijn hoofd de naam 'Tinie' had toegekend, leek zich hier niks van aan te trekken en had nog steeds dezelfde boze rimpels in haar voorhoofd. ''Ja dat zie ik, nou, ga je nog drukken of hoe zit dat?''

Hier had Tinie het punt bereikt waarop ik me zo ontzettend erg moest inhouden om niet met een strafblad weer terug naar huis te fietsen. Verschillende moord-scènes met Tinie in de hoofdrol speelde zich voor mijn ogen af. Intussen was het verkeerslicht op groen gesprongen en Tinie besteeg haar elektrische, stalen ros en croste, met nog een laatste boze blik, vlug langs mij heen. Nog steeds een beetje perplex door de hele situatie fietste ik verder en kwam tot de conclusie dat dit soort mevrouwen niet bevorderend zijn voor mijn vertrouwen in de mensheid. Waarom zou Tinie dit nou gezegd hebben, had ze echt haast en irriteerde ze zich aan mijn trage begrip, zou ze huwelijksproblemen hebben, zouden haar sigaretten op zijn, of zou haar keffertje overleden zijn? Er zijn zo veel redenen te bedenken waarom deze mevrouw bij voorbaat al een hekel aan mij heeft, maar is het nou correct om dit schaamteloos te uiten? Ik vind van niet. Je kan het dus maar beter zelf voorkomen en mijn tip daarbij is: als je het koud hebt, blijf dan uit de buurt van Tinie's!

zondag 16 maart 2014

onverdraaglijk

En daar liep ze dan, in haar hemelsblauwe, wijde zomerjurkje. Bij iedere stap wierp ze een blik omlaag, naar hoe haar voeten een mooi patroon van afdrukken vormde in het mulle zand. Heel sierlijk haalde ze haar hand door haar stugge, donkerbruine haar. De tranen brandden achter haar ogen, maar ze liet ze niet naar buiten. Dat kon niet, ze moest nu doorlopen. Ze voelde even aan de zijdezachte stof van de rok van haar jurk. Steeds sneller liep ze langs de kustlijn van het strand, bij iedere golf kwam het water dichterbij haar voeten. Het leek zo lang geleden dat ze naar het strand was gegaan, het nog overvolle strand van die middag. In de brandende zon had ze nog gezwommen in de zee in haar pimpelpaarse bikini, toen had ze de kans, maar ze heeft het niet gedaan. En nu liep ze hier, uren later, in het donker, met haar twee donkerbruine slippers in haar ene hand.

''Niet aan denken!'' Zei ze tegen zichzelf, maar het hielp niets. Het was het enige waar ze aan kon denken, terwijl het koude zeewater inmiddels haar voeten had bereikt. Even bleef ze staan en tuurde in de verte over het water naar de horizon. Het maakte haar misselijk en ze liep gauw door. Hoe lang zou het nog duren voordat ze bij het vakantiehuisje zou komen en ze van haar lijden zou worden verlost? Vijf minuten? Tien minuten? Misschien wel een half uur. De moed zakte haar in de schoenen, maar toch bleef ze lopen. Het zand schuurde onder haar voeten en door het zoute water bladderde de rode nagellak van haar teennagels af. Het zag er somber uit, vond ze. Ze begon te rennen, haar jurk danste rondom haar bruine benen, maar na 100 meter stond ze stil. Een enorme druk oefende zich uit op haar blaas. Ze voelde een smerige warme straal langs haar rechterbeen naar beneden lopen. Ze kon het niet meer ophouden en daar stond ze dan, als een paard te zeiken in haar doorweekte bikinibroek.

maandag 3 maart 2014

spijkerjasjes

Vandaag wil ik iets met jullie delen, wat mij al jaren dwars zit. Nooit heb ik begrepen dat er daadwerkelijk zulke martelwerktuigen voor het menselijk lichaam werden ontworpen en verkocht. Zodra ik er één zie krijg ik het er zelf benauwd van en krijg ik de neiging om gillend weg te rennen. Ik heb het hier uiteraard over spijkerjasjes.

Spijkerjasjes zijn ontworpen (waarschijnlijk door iemand zonder ogen) om met je armen schuin naar achter, door iemand anders over je armen en schouders heen te laten hijsen en vervolgens rond te lopen zonder iets te doen. Je leven wordt namelijk beperkt. Zodra je één arm omhoog doet, lijkt zwaartekracht te verdwijnen en gaat het gehele kledingstuk mee de lucht in. Dit kan nooit de bedoeling zijn! Oke, dat je niks meer kan doen met zo'n misvormde spijkerbroek aan is nog tot daar aan toe, maar stel je nou voor dat je kriebel krijgt aan je bovenarm... Nou geloof me, dan breekt de hel in je los..

Echter het gene wat mij nog het meeste ergert is het feit dat mensen deze vloekmagneten nog steeds kopen en dragen... Ikzelf word onmiddellijk claustrofobisch als je mij zo'n ding aantrekt en ik kan er met mijn hoofd niet bij dat mensen zichzelf met plezier is zo'n kledinggevangenis wurmen. Het is niet dat het me fysiek pijn doet om zo'n jasje te dragen, maar ik word helemaal psychisch gestoord als ik mijn ledematen niet op de manier kan bewegen als dat ik dat normaal kan (dit is niet iets wat je graag mee wil maken).

En voor alle  spijkerjasjesdragers onder ons: ik heb enorm veel respect dat jullie het een hele dag vol kunnen houden in een jas van spijkerstof, maar vertel me alsjeblieft jullie geheim, want er moet iets achter zitten. En als ik nou na het schrijven van dit stukje toevallig iemand in een spijkerjasje tegenkom, kun je verwachten dat je me bij jou thuis kan horen gillen!